Ik heb het er niet over - Column Trouw
10 februari 2024
Kijk ik zwijgend toe hoe iemand zichzelf de vernieling in helpt?
Er is één ding waar ik het met de vriendin met wie ik echt álles durf te bespreken, niet echt over durf te hebben. Haar veelvuldige gebruik van geestverruimende middelen, en of dat nog wel zo leuk is. Misschien is ze er afhankelijk van aan het worden?
Ik durf er op deze plek ook niet over te beginnen. Hieraan merk ik dat het een goed onderwerp is. Het is iets dat ik liever niet wil zien, maar het duikt steeds op.
Ik probeer het stemmetje wel te negeren, maar tegenwoordig, zodra ik haar zie, blijven dit soort zinnetjes door mijn hoofd schieten: hoelang kan dit nog goed gaan? Heeft ze nu alweer een nacht overgeslagen? Misschien moet ze eens een maand zonder feestjes doorbrengen? Volgens mij is ze dunner geworden. Ben ik nu iemand die zwijgend toekijkt hoe iemand zichzelf de vernieling in helpt?
Dit denk ik voordat m’n feestpil is ingekickt.
Ik ben bang dat ze boos wordt als ik haar er op aanspreek. Ze zal me een bemoeial vinden. Een saaie trien die ze liever kwijt dan rijk is. Ik weet dat ze elke vorm van betutteling haat. Ze bepaalt zelf wel hoe ze leeft. Dat is ook zo.
Er wordt bij mij iets ouds getriggerd. Ik herken de bezorgdheid die ik als kind kon hebben, wanneer mijn vader zijn eerste biertje opentrok.
Mijn vriendin is een flamboyant type met een enorme vriendenschare. Waar ik de eerste ben die bij een feestje weggaat (die meestal niet eens arriveert), zal zij standaard degene zijn die voluit danst en sjanst tot het ochtendgloren. En daarna nog een feestje. Ze is voor mij de stoere zus die me heeft leren leven. Lachen. Vrij zijn. Toen ik als dodelijk verlegen tiener bij haar op de middelbare school terechtkwam, heeft zij me alcohol leren drinken, en me laten zien dat je bedtijd ook iets ná negenen zou kunnen liggen.
Deze reflecties over haar zeggen vooral iets over mij. Dat wat we in onze schaduw hebben weggestopt, projecteren we namelijk nogal eens op onze omgeving. Zij ís natuurlijk het wilde feestbeest dat ik naar mijn schaduw heb verbannen. De overgave. De roes.
Zodra ik haar zie, wordt er iets in mij wakker gemaakt. Iets speels. Iets wilds. Iets roekeloos. Iets levends ook. Iets dat ik voor geen goud zou willen missen.
Maar haar wil ik ook niet missen.
Speciaal voor dit stukje wilde ik eerst over alcohol schrijven in plaats van drugs, omdat alcohol legaal is, en het gebruik van drugs nog altijd in de illegaliteit plaatsvindt.
Maar dit is er de column niet naar om meteen al te beginnen met het wegmoffelen van ongemakkelijkheden.
Schrijfster Elke Geurts gaat tweewekelijks op zoek naar de duistere kantjes die zich in haar – en ons aller – schaduw ophouden.