Ik nog wel van jou
Elke Geurts
'Ik hou niet meer van je.' Met deze woorden loopt haar man haar leven uit. De nieuwe werkelijkheid lijkt slechts een nare droom, ook omdat ze elkaar nog elke dag zien; ze hebben twee jonge dochters, delen een huis en 24 jaar van hun leven.
E.G zet alles op alles om er een ander verhaal van te maken, een béter verhaal. Want zij zijn toch anders dan die andere stellen die uit elkaar gaan? Het kan nog goed komen, denkt ze steeds, terwijl ze toekijkt hoe haar grootste angst langzaam maar zeker realiteit wordt.
Ik nog wel van jou is het huiveringwekkende en ontroerende verslag van een gezin dat uiteenvalt, maar tegelijkertijd een boek over het geloof in de liefde en de kracht van literatuur. Geurts proza is liefdevol en geestig, maar altijd onverbiddelijk.
Lees een stuk uit 'Ik nog wel van jou'
Ik vroeg of hij de titel die mijn nieuwe uitgever had bedacht goed vond. ‘Veel te plat,’ zei ik. 'Dat kan écht niet, toch?’
We hingen tegen het aanrecht in onze keuken met onze armen over elkaar en praatten over het werk en de kinderen, maar niet over de zakelijke mail die we om kwart over negen in de ochtend beiden hadden ontvangen. Met het stappenplan.
We hadden uitzicht op onze kleine entreehal en keken naar de jassen aan, op en onder de kapstok; een plank met haakjes die man zelf had gemaakt toen we hier kwamen wonen. Mijn vader ergert zich er al jaren aan dat er in ons nieuwbouwhuis niets waterpas is. ‘Alles wat dat jong hier zelf timmert, is waardevermindering.’
We zagen een onordelijke berg schoenen, heely’s, skeelers en één groezelig grijze slof, daarnaast de uitpuilende rietenmand vol ongelezen kranten en wijnflessen, erg veel lege wijnflessen.Die grijze afgedragen sloffen staan nu nóg overal waar ik kijk, alsof er hier in huis een onzichtbaar mannetje achter me aan sloft, dat ze – waar ik ook zit of sta - steeds precies in mijn zicht legt.
Op dit punt van het verhaal bevonden we ons in de donkere dagen voor kerst, een ijskoude wind kwam naar binnen, maar man had de deur naar het halletje wijd open laten staan, zo ook onze voordeur. Wagenwijd. Het lelijkste standaardmodel met vier horizontale ramen waar ik de afgelopen anderhalf jaar nogal vaak – kromgebogen - doorheen had staan kijken. Zoals de buurvrouwen in het dorp waar ik vandaan kom, vroeger altijd door de jaloezieën gluurden om te kijken wie er thuiskwam en wie er wegging, zo stond ik daar op die ingelegde droogloopmat de straat af te speuren. Te wachten. Op man.
RECENSIES
Een ijzingwekkend boek over liefde en de dingen die voorbijgaan. Spannend, enerverend en meeslepend: een schrijnende roman die het particuliere autobiografische overstijgt.
NRC ****
Een boek dat het romangenre wéér heeft opgerekt. Ik nog wel van jou laat zich lezen als de uiterste consequentie van een schrijverschap.
DE GROENE AMSTERDAMMER
Dit boek is een lifesaver, een een reddingsboei voor wie in een scheiding zit, herkenbaar voor wie het achter de rug heeft en weet dat er ook daarna liefde mogelijk is.
ELSEVIER ****
Iedereen die ooit een gebroken hart heeft gehad, of zijn gezien uit elkaar heeft zien vallen, zou dit moeten lezen.
JAN
Een rauw, wrang, soms verstikkend maar ook grappig boek, omdat Geurts zichzelf niet spaart
HET PAROOL
Levensecht opgetekend, gênant, aangrijpend, lief.
LINDA
Nooit eerder las ik een boek dat zo pijnlijk blootlegt hoe vernietigend liefdesverdriet is.
Saskia Noort