Sfeerimpressie

24 oktober 2023

Het was donker. Het regende. El en ik waren op weg naar onze eerste redactieraad-bijeenkomst. We liepen vijf smalle trappen op. De schrijver stond bovenaan al te wachten. Hij droeg een dik vest.
‘Jullie zijn de eersten,' zei hij. 'Wat zien jullie er intellectueel uit!’ 
‘Als we het van binnen niet zijn, dan van de buitenkant maar,’ zei El.
Achter de schrijver aan, liepen we naar binnen. Het woei in de woonkamer. De balkondeuren stonden wagenwijd open. De gebroken-witte gordijnen bolden op. 
‘Het ruikt hier naar brand,’ zei de schrijver. ‘Ruiken jullie dat ook?'
Ik rook iets tussen een stevige gebakken spek- en brandlucht in.
‘Er is iets mis met een afvoerkanaal,’ zei hij. ‘Alle rook slaat bij mij naar binnen.'
El en ik hielden onze jassen nog even aan. Het was duidelijk een huis van iemand die daar bijna nooit meer kwam. De verschoten knuffels die aan de muren hingen, waren in de loop der tijd het meeste van hun vulling kwijtgeraakt. En hun ogen ook. De meeste foto's aan de wanden waren vergeeld en opgekruld aan de randen. Ik bekeek een foto waar een stuk of tien mensen opstonden, en een jongere versie van de schrijver zelf.
‘De mensen die op deze foto staan zijn allemaal dood!’ lachte de schrijver. ‘Alleen ik leef nog.’ 

De schrijver zette de borden op tafel. Het oude douchegordijn deed nu dienst als tafelkleed. Tijdens het afgieten was er een berg spaghetti in de gootsteen gevallen.
‘Kan ik die nog wel serveren, denk je?' vroeg hij aan mij. Ik bezag de gootsteen; het vaatdoekje, de vuile vaat, met de slierten spaghetti ertussen.

 

deel deze pagina