HET VALT NIET MEE

8 mei 2024

Elke Geurts kampt met een cursist die uitspelt hoe geweldig ze vroeger in bed was

De lucht is strakblauw, de vogeltjes fluiten, de duif roekoet, en ik zit in mijn huisje met de achterdeur open lustig te typen. Nog net niet zingend van blijdschap. Mijn dochters liggen allebei een gat in de dag te slapen. In hun eigen nestjes.

“Het is niet meer de vraag óf de oorlog uitbreekt, maar eerder wanneer!” klinkt nu een stem van buiten.

Mijn kamer baadt in het zonlicht en ikzelf ook. Er is het overweldigende besef dat ik me voor het eerst van mijn leven ergens écht op mijn plaats voel. In dit huis. Met deze dochters. Hier hoor ik thuis. Op dit plekje op deze aarde. Even ben ik volmaakt gelukkig.

“Ik heb het gevoel dat er heel veel narigheid op ons af aan het komen is.” Een buurman maakt op luide toon een praatje in de gemeenschappelijke binnentuin. Ergens vlak achter mijn schutting. “We leven in dystopische tijden.”

“Ik dacht dat ik geen oorlog meer mee zou maken”, hoor ik een vrouw zeggen, “maar volgens mij zitten we er al middenin.”

Echt óveral waar ik kom, fladderen tegenwoordig dit soort nare zinnetjes voorbij. Ik ben er niet op uit, ik wil ze niet horen, maar ze dwarrelen door de lucht als de roze bloesempjes van de sierkers, en per ongeluk vang ik ze op. “De Russen zullen eerste ons hele computernetwerk lamleggen”, zegt de buurman. “Ik heb een voorraad rijst in huis, blikvoer, water, lucifers, kaarsen.”

“Ik heb de pil van Drion al in mijn nachtkastje liggen hoor!” zegt de vrouw. “Als het zover is, wil ik zelf de regie houden over mijn leven.”

Ik trek de achterdeur dicht. De onheilstijding sijpelt tegenwoordig door alle kieren en gaten, lijkt het wel. Het valt me op dat ook mijn dochters regelmatig hun zorgen uiten over een op handen zijnde oorlog. Ze volgen het nieuws sowieso via alle sociale media. Met gefronste wenkbrauwen zie ik ze naar het journaal kijken. “Het zal heus wel meevallen, meisjes.”

“Het valt niet mee, mama.”

Als kind dacht ik nooit echt na over de wereldproblematiek. Wat er op het journaal gebeurde, had totaal niets met mij te maken. Ik hoorde nergens bij. De wereld en ik, dat waren twee verschillende planeten. Wat daar allemaal gebeurde, ging niet over mij. In mijn schaduw zit nog steeds dat onthechte kind dat zich niets aantrekt van het wereldleed. Dat zich nooit écht laat raken. Een kind dat haar eigen gang gaat en al het oorlogsgeweld van zich af kan laten glijden, alsof ze een teflonhuidje heeft. Ze hoort er toch niet bij.

Maar nu dus wel. Ergens thuishoren, brengt óók verontrustende gevoelens met zich mee. Verantwoordelijkheid. Betrokkenheid. Nu lijk zelfs ik niet meer aan de oorlogsflarden te kunnen ontkomen. Het gaat ook over mij. Dat is misschien nog wel het meest verontrustend.

Schrijfster Elke Geurts gaat tweewekelijks op zoek naar de duistere kantjes die zich in haar – en ons aller – schaduw ophouden.

deel deze pagina